Een katholieke schuilkerk Van 1912 tot 1968 lag op de kade voor Abbestee de trambaan van de Westlandsche Stoomtramweg Maatschappij. De toegangsbrug naar de boerderij dateert uit de tijd dat de tramlijn werd aangelegd. In 1933 vatte het rieten dak van de woning vlam als gevolg van rondspringende vonken van een locomotief. Hoewel de brand snel werd geblust, was men toch bevreesd voor herhaling, vandaar de komst van het huidige rode pannendak. De boerderij zou in het midden van de zeventiende eeuw zijn gebruikt als vergaderplaats voor katholieken. In die tijd was de openlijke uitoefening van het katholieke geloof nog verboden. Abbestee bezat volgens niet officiële bronnen "een grote ruimte", die als schuilkerk heeft gediend. Feitelijk kwam alleen de zolder hiervoor in aanmerking, die via een spiltrap vanuit de woonkamer is te bereiken. De naam Abbestee zou verwijzen naar vader- of godshuis. Wanneer de boerderij inderdaad voor katholieke diensten is gebruikt, kan dit alleen maar in het begin van haar bestaan zijn gebeurd. Hier woonde toen de katholieke familie Overgaag. Rond 1700 werd Cornelis de Jonge van Ellemeet, ambachtsheer van Schipluiden, Hodenpijl en St. Maartensrecht, eigenaar van Abbestee. Het is uitgesloten dat hij als protestant katholieke diensten in zijn boerderij toeliet. Overigens was dat in die tijd ook niet meer nodig. Iets noordelijker, in Hodenpijl, stond vanaf 1657 een katholieke schuurkerk. Het openbaar bestuur gedoogde deze vergaderplaats. Rekeningen van herstelwerkzaamheden aan Abbestee, uit de periode 1720-1740, vermelden onder meer de vervanging van tegelwerk, de reparatie van kozijnen en een bedstede en de plaatsing van een nieuw hek in de toegangspoort. Uitvoerders waren knechten van metselaar Pieter Sijdenbos en timmerman Krijn van Dijk uit Schipluiden. |