Cultuurhistorie van Midden-Delfland - Tramstation |
Tramstation SchipluidenTegen het eind van de negentiende eeuw werden in veel stedelijke gebieden van Nederland de paardentram verruild voor de stoomtram en werden nieuwe lijnen aangelegd. Zo ook in het Westland, waar de Westlandsche Stoomtramweg Maatschappij (WSM) vanaf 1881 de verschillende dorpen met elkaar verbond. Schipluiden en de verbinding naar Delft was het laatste deel trambaan dat de WSM aanlegde. Op 1 oktober 1912 werd dit deel feestelijk geopend. De WSM nodigde de burgemeester Musquetier en zijn gezin, en ook de leden van de raden van Schipluiden, Hof van Delft (waar Den Hoorn deel van uitmaakte) en Delft voor een rit naar Maassluis en Naaldwijk. Bij terugkomst werd in het station van Schipluiden geproost op de nieuwe verbinding. Het stationsgebouw van Schipluiden en Maasland waren elkaars spiegelbeeld. Het gebouw in Schipluiden had een kantoor, wachtkamer en berging. Daarnaast had het gebouw ook een woongedeelte.
De tram bleef tot 1925 in gebruik voor personenvervoer. Daarna nam de autobus dit vervoer over. Vrachtvervoer van voornamelijk veilingproducten ging nog door tot 1 januari 1968 (lijn Loosduinen-Schipluiden-Delft).
In het stationsgebouw woonde de familie Doorn. D. Doorn was de stationsbeheerder. Zijn dochter Janny was getrouwd met Arie Eikelenboom, de eigenaar van het gelijknamige transportbedrijf. Dit bedrijf gebruikte het stationsgebouw als kantoor van 1963 tot 1980. Daarna werd het gebouw nog tot 1987 door de fa. Spaans gebruikt. Van het toenmalige WSM netwerk zijn nog maar een paar stationsgebouwen over. Alleen in Schipluiden is het interieur nog in goede staat behouden. Met name zijn de lambrisering en het beschilderde plafond in de wachtkamer, en de keuken nog uit de begintijd. Tegenwoordig is er het Museum Tramstation gevestigd en in beheer van de Historische vereniging Oud-Schipluiden. Na een grondige restauratie worden er nu regelmatig tentoonstellingen gehouden. Daarnaast heeft het museum een vaste tentoonstelling die in het teken staat van Schipluiden en het kasteel Keenenburg. Een WSM tram komt aan bij de Spoorsingel in Delft, eindpunt van de lijn. De tramlijn vanuit Maassluis / Naaldwijk via Schipluiden eindigde in Delft aan de Spoorsingel, daar was een stationsgebouw. Aan de andere kant van de spoorbaan (rechts op de foto) ligt de nog steeds bestaande tramverbinding lijn 1 naar Den Haag. In het Westland reden diverse types locomotieven. Twee hiervan zijn hieronder in meer detail beschreven. Locomotief 18 is een originele "vierkante" stoomtramlocomotief, zoals er vele in ons land in dienst waren op interlokale tramlijnen. De gehele locomotief is bij dit type met plaatwerk omgeven, naar het heet "om de paarden niet aan het schrikken te maken". Het drijfwerk ligt van buiten niet zichtbaar onder de ketel tussen de frameplaten, de machinist heeft zijn standplaats naast de ketel. Loc 18 werd in 1921 door Henschel te Cassel aan de Gooische Stoomtram geleverd (lijn Amsterdam-Laren) en kwam in 1937 in het bezit van de Suikerfabriek te Roosendaal die haar tot 1964 als rangeerloc gebruikte. In 1967 maakte de loc enkele ritten met reizigerstreinen door het Westland en in 1968 werd zij overgebracht naar de Museum Stoomtram Hoorn-Medemblik. Hier werd deze historische machine geheel gereviseerd en in oorspronkelijk uiterlijk teruggebracht. In 1990 plaatste de werkplaats Hoorn een nieuwe, gelaste stoomketel op de machine. De loc beschikt over tram- middenbuffers en kan alleen via een koppelwagen met spoormaterieel worden gekoppeld.
De loc rechts werd in 1922 door Hanomag te Hannover aan de Limburgsche Tramwegmaatschappij geleverd en was ontworpen voor het berijden van hellingrijke trajecten in Zuid-Limburg. Loc 21 is de enige overlevende van het in Nederland veel gebruikte, door ir. Verhoop ontworpen type tramlocomotief. Dit kenmerkte zich door een binnenliggend drijfwerk met buitenliggende, lage waterbakken, een speciale stoomverdeling en een voor die tijd modern, overzichtelijk ingericht machinistenhuis. Bovendien werd een zuinig verbruik van brandstof verkregen door het toepassen van een oververhitter. Loc 21 werd in 1973 teruggevonden bij een bedrijf in Duitsland en doet sinds 1974 dienst bij de SHM. Dank zij de voor dit type hoge maximumsnelheid van 60 km/u heeft loc 21 al vele ritten over hoofdsporen van NS op haar naam gebracht. Een loc uit dezelfde serie deed in de jaren 1942-1947 in het Westland dienst als NS 8301.
Adres Museum Het Tramstation: Otto van Zevenderstraat 2, 2636HN, Schipluiden. |
Midden-Delfland Nieuws |